Seiteninhalt
Stadsgeschiedenis
1900 tot 1945
1902
Keizer Wilhelm II richt de universiteit Münster op en vervult zo een vurige wens van de stad. Kern is de bestaande theologisch-filosofische academie, die uitgebreid wordt met een faculteit rechtsgeleerdheid. In 1907 geeft de keizer naar aanleiding van zijn bezoek in Münster de universiteit de naam “Westfälische Wilhelms-Universität”, die ze tot nu draagt. Later volgt nog de inrichting van de faculteit geneeskunde en de opening van de theologisch-evangelische faculteit. In het wintersemester van 1908 werden voor het eerst vrouwen als studenten toegelaten. Vandaag de dag is de Universität Münster één van de grootste in Duitsland.
1903
Door een nieuwe inlijving wordt de stadsoppervlakte van Münster zes maal zo groot. De plattelandsgemeentes Lamberti en Überwasser worden volledig opgenomen door Münster en een verder gedeelte van de gemeente St. Mauritz wordt ingelijfd. Het bevolkingsaantal van Münster stijgt met ongeveer 7.500 tot meer dan 71.000 inwoners.
1914
Reeds in de herfst wordt een krijgsgevangenenkamp ingericht. Vóór het einde van de Eerste Wereldoorlog worden bijna 90.000 Engelsen, Russen, Fransen, Italianen, Belgen en Portugezen gevangen gehouden. Bij de sporen van de oorlog hoort het krijgsgevangenenkerkhof in de buurt van het vroegere depot Haus Spital in Gievenbeck.
1915
Münster wordt met 100.000 inwoners een “Großstadt” en heeft zo het aantal inwoners sinds 1870 verviervoudigd. Enkele dagen vóór Kerstmis breekt in het militaire munitiedepot in Mauritz brand uit. Als gevolg daarvan zijn er twee dagen lang voortdurend grote en kleinere explosies. Slechts enkele mensen sterven of worden verwond, meestal door de grote hoeveelheden granaten en blindgangers die rondvliegen.
1920
Op de luchthaven Loddenheide wordt het eerste geregelde luchtverkeer van Münster naar Bremen ingericht. Tot 1925 zijn er steeds meer vluchten naar andere grote steden zoals Breslau, München en Zürich - dagelijks en tegen gunstige prijzen, die soms zelfs onder de tarieven liggen van de trein.
1924
De Westdeutsche Rundfunk begint onder de naam “Westdeutsche Funkstunde” met zijn uitzendingen. Münster werd gekozen als vestigingsplaats, omdat het in tegenstelling tot het Rijnland en het Ruhrgebied niet bezet is door geallieerden.
1926
De universiteitsziekenhuizen en Halle Münster worden voltooid.
1928
In november wordt het eerste deel van de Aasee overstroomd. Met de “doorsteek” naar de tweede bouwfase en het wegvallen van de dam in december 1931 ontstaat een elf hectaren groot wateroppervlak. Met een herhaalde vergroting van de Aasee en de aanhechting van Allwetterzoo, Mühlenhof en Naturkundemuseum ontstaat een ruim recreatiegebied dicht bij het oude stadsgedeelte.
1933
Na de overname van de macht van de nationaalsocialisten wordt Münster zetel van de NSDAP-Gaues Westfalen-Nord. Aan de Aasee ontstaat het Gauhaus in de typische bouwstijl van die tijd. Heropgebouwd en gemoderniseerd, bevindt zich hier vandaag de dag de mensa I van de universiteit.
1938
Na antisemitische acties reeds in 1933 steken nationaalsocialisten de synagoge aan de Klosterstraße in brand, mishandelen Joodse medeburgers en verwoesten hun woningen en zaken. De Villa ten Hompel aan de Kaiser-Wilhelm-Ring is van 1940 tot 1944 zetel van de geüniformeerde politie, die de deportatie organiseert van mensen naar de concentratie- en vernietigingskampen.
1941
Bisschop Clemens August von Galen, sinds 1933 bisschop, tevoren priester van St. Lamberti, houdt in de zomer zijn wereldberoemd geworden preken tegen onteigeningen van kloosters en het euthanasieprogramma en dient klacht in. De nationaalsocialisten durven echter niet te handelen tegen de “Leeuw van Münster”.
1943
Sinds 1940 is Münster steeds weer doel van bombardementen van Engelse, later ook Amerikaanse vliegtuigen. De zwaarste en ook eerste aanval overdag gebeurt in Münster op 10 oktober 1943, een heldere herfstzondag. Bijna 700 mensen komen om het leven.
1945
Wanneer op 2 april Britse en Amerikaanse troepen de stad bezetten en de gevechtsacties en bombardementen zo voor Münster ten einde zijn, behoort de stad tot de zwaarst getroffen grote steden. De stadskern is voor meer dan 91 procent, de hele stad voor 63 procent verwoest. Van de 132.800 inwoners (1939) leven er nog slechts 23.500 in Münster.